Museale wereld geïnteresseerd in Woodworm Detector van SHR

Op 17 en 18 oktober vond in het Bonnefantenmuseum te Maastricht het ‘Wood Science and Technology’ congres plaats, dat werd georganiseerd door de Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL). SRAL is gespecialiseerd in conservering en onderzoek aan schilde
Op 17 en 18 oktober vond in het Bonnefantenmuseum te Maastricht het ‘Wood Science and Technology’ congres plaats, dat werd georganiseerd door de Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL). SRAL is gespecialiseerd in conservering en onderzoek aan schilde

Op 17 en 18 oktober vond in het Bonnefantenmuseum te Maastricht het ‘Wood Science and Technology’ congres plaats, dat werd georganiseerd door de Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL). SRAL is gespecialiseerd in conservering en onderzoek aan schilderijen, sculpturen en historische interieurs. Het congres was het sluitstuk van een week aan workshops van het Getty Panel Paintings Initiative, een initiatief (sinds 2008) van het Amerikaanse Getty Institute over het conserveren van middeleeuwse (en latere) houten paneelschilderijen. Op het congres werd door een internationaal gezelschap kennis gedeeld op het gebied van bescherming van museumcollecties. 

Hoewel in de museale wereld houten objecten structureel droog zijn, heeft men hier ook te maken met aantasting. Omdat SHR op dit terrein over unieke fundamentele en praktijkkennis beschikt, is Jos Creemers gevraagd om de internationale museale houtconservatoren bij te praten over de effecten van insecten en schimmels binnen hun werkterrein. Belangrijk nieuw onderdeel voor de grote hoeveelheid toehoorders was het letterlijk hoorbaar maken van actieve insectenaantastingen door middel van de SHR ‘Woodworm Detector’ en het interpreteren van deze geluidsignalen. Hoewel reeds succesvol toegepast in vaak monumentale panden voor monitoring en opsporing, viel dit onderwerp hier in goede aarde, omdat binnen de museale wereld geldt dat meten belangrijk is en dat men zo voorzichtig mogelijk met de waardevolle stukken om moet gaan. Door de nieuwe techniek kan men de keuze maken óf er moet worden ingegrepen en zo ja, hóe. Met deze toepassing voor ogen blijft SHR deze methode verder ontwikkelen om ongewenste invloeden op de museale objecten te voorkomen. 

Tijdens het congres kwam nog een aantal andere onderwerpen aan bod. De invloed van het binnenklimaat van een museum was en is een belangrijk thema. Binnen de museale wereld probeert men sinds eind vorige eeuw het binnenklimaat rond een vrij strikte luchtvochtigheid van 55% (plus en min 5%) te handhaven, maar de vraag is of een ruimere marge, zonder risico op blijvende schade, ook acceptabel is. Naast presentaties met resultaten van het Panel Paintings Initiative waren er bijdragen van The National Gallery uit London, universiteiten van Florence, Montpellier, Kopenhagen en Delft, van het KIK IRPA uit België en onze Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Hierbij kwamen het selecteren van hout, het gedrag van hout in musea, waaronder het modelleren van hout, en herkomstbepaling en datering aan bod. Ook de resultaten van het Nederlandse project Climate4wood werden besproken. In dit project werken o.a. het Rijksmuseum en Andre Jorissen van de TUe/SHR samen op het gebied van museale houtbescherming. 

Neemt u voor meer informatie over de Woodworm Detector contact op met Ir. Jos Creemers, T: 0317-467366, j.creemers@shr.nl.

Deel dit artikel op LinkedIn: